Hoorzitting commissie economische zaken, kermissector - Audition de la commission des affaires économiques, secteur forain (13/02/2021)

Nederlands

Op 10/02/2021 werden vertegenwoordigers van de kermissector ontvangen door de commissie economische zaken in het federaal parlement.

U kunt op deze pagina een video van de hoorzitting bekijken.

In bijlage kunt u ook de voorgedragen tekst nalezen.

Inleiding

Geachte leden van de commissie,

Dames en heren,

Samen vertegenwoordigen we de Belgische kermisexploitanten.

We delen onze presentatie op in drie korte delen.

Eerst geven we een voorstelling van de Belgische kermissector.

Daaropvolgend vatten we de gevolgen van de huidige crisis op de kermisexploitanten samen.

We eindigen met enkele punten die ons cruciaal lijken om de heropstart en continuïteit van de ondernemingen die we vertegenwoordigen te garanderen.

Om onze boodschap zo helder mogelijk over te brengen, zullen we ons beperken tot de essentie.

Na afloop beantwoorden we graag uw vragen en treden we indien gewenst verder in detail.

De Belgische kermissector

In België zijn 840 ondernemingen actief in de kermissector (480 in Vlaanderen, 290 in Wallonië en 70 in Brussel.)

Het gaat in alle gevallen om kleinschalige familiebedrijven.

Het gebeurt zelden dat een ondernemer in de kermisbranche failliet gaat.

Het kermisseizoen vangt aan tijdens de krokusvakantie en eindigt voor de meeste kermisuitbaters in oktober of november.

Een aantal foorkramers overbrugt de winterperiode door deel te nemen aan kerstmarkten.

Het gros van de foorkramers doet jaarlijks dezelfde steden en gemeenten aan.

Door middel van abonnementen, een overeenkomst tussen een lokaal bestuur en een foorkramer, hebben de kermisexploitanten zekerheid.

Kermiscultuur werd erkend als immaterieel erfgoed.

De kermisbranche functioneert autonoom en ongesubsidieerd.

Het merendeel van de lokale besturen int standgelden voor het innemen van openbaar domein.

Ondanks het feit dat de foorkramers een relatief kleine groep zijn, hebben ze een grote impact op de maatschappij.

Een dorp of stad is op haar mooist tijdens de kermisperiode.

Kermis is toegankelijk, en trekt alle lagen van de bevolking aan, naar onze mening een uniek gegeven.

Het is de sociale lijm, die we in deze periode van polarisering, als samenleving meer dan nodig hebben.

We geven ook graag even mee dat heel wat bedrijven afhankelijk zijn van de kermissector.

Hierbij denken we bijvoorbeeld aan leveranciers en firma’s gespecialiseerd in de constructie en onderhoud van attracties.

Impact coronacrisis op de Belgische kermissector

Bij aanvang van de eerste lockdown, op 13/03/2020, was het kermisseizoen amper enkele weken begonnen. Sommige kermissen waren al geopend, andere foren gingen dat weekend beginnen en stonden opgesteld, waaronder bijvoorbeeld de carnavalskermis te Halle en de halfvastenfoor te Gent.

De daaropvolgende maanden stond de sector op non-actief.

Via het Ministerieel Besluit, gepubliceerd op 30/06/2020 werd de toelatingen kermissen terug te organiseren vanaf 1/7, bekendgemaakt.

Veel kermissen gingen de eerste weken van juli echter niet door.

Heel wat lokale besturen voelden zich door de laattijdige federale communicatie in snelheid gepakt, en waren niet in staat om op een korte periode de organisatie van hun kermis(sen) aan te vangen.

Er waren ook heel wat burgemeesters die de kermis in hun gemeente of stad niet door lieten gaan, ondanks de federale toelating.

Hoewel foren toegestaan bleven, werden in augustus heel wat kermissen geannuleerd omdat het aantal besmettingen terug aan het stijgen was.

De Brusselse Zuidfoor, die klaarstond om open te gaan, werd geannuleerd.

Het provinciebestuur van Antwerpen vorderde een politieverordening uit, die de organisatie van kermissen in de hele provincie verbood.

Hoewel er heel wat gemeenten in de provincie Antwerpen op dat ogenblik een zeer laag aantal besmettingen kenden, konden de kermissen die gepland stonden niet meer doorgaan.

De arbitraire beperking van 200, en later 400 bezoekers per kermis, ongeacht het aantal attracties, was een groot probleem.

Terwijl het maximaal aantal bezoekers in pretparken of op markten afhankelijk was van de oppervlakte en het aantal kramen of attracties, was de bezoekersbeperking op kermissen absoluut (vanaf augustus, in juli was dezelfde bezoekersbeperking als die op markten van toepassing.)

Toen de tweede golf van het coronavirus in oktober uitbrak, eindigde het kermisseizoen van 2020.

Winterkermissen zoals bijvoorbeeld die van Oostende, Bergen en Luik werden geannuleerd.

Heel wat collega’s van ons hebben dit jaar maar één kermis kunnen doen.

De financiële impact van de huidige sanitaire crisis is voor de ondernemingen die we vertegenwoordigen desastreus.

Heel wat foorkramers melden ons een omzetverlies van 90% t.o.v. 2019.

Veel mensen hebben hun reserves, en die van familieleden, opgebruikt om 2020 te overbruggen.

Gelukkig zijn voorlopig geen kermisondernemingen failliet gegaan.

De regionale verschillen, bijvoorbeeld in de tijdens de coronacrisis toegekende steunmatregelen, hebben een grote impact op de sector die we vertegenwoordigen.

Een aanzienlijk percentage van de foorkramers is nationaal actief, het is voor hen dan ook onbegrijpelijk dat niet iedereen dezelfde steun ontvangen heeft.

Het is ook niet logisch dat bijvoorbeeld de taxen op automatische ontspanningstoestellen per gewest verschillen.

Heropstart Belgische kermissector

De Belgische kermisexploitanten kijken enorm uit naar de heropstart in 2021.

Het is onmogelijk te voorspellen wanneer dit zal zijn.

We vragen dat kermissen gelijktijdig met de horeca, pretparken en gelijkaardige recreatieve activiteiten toegestaan worden.

Het spreekt voor zich dat in de komende periode van inactiviteit de verlenging van steunmaatregelen cruciaal is om faillissementen te vermijden.

We denken hierbij aan een verdere verlenging van het verdubbelde crisis-overbruggingsrecht en vrijstelling van sociale bijdragen.

Ook na de heropstart vrezen we dat een aantal lokale besturen niet onmiddellijk hun kermissen zullen toestaan.

Enerzijds hopen we dat het federale niveau de toelating, als het zover is, duidelijk communiceert om dit zoveel mogelijk te vermijden.

Anderzijds lijkt het ons realistisch verdere steunmaatregelen uit te werken voor de foorkramers, zolang de sanitaire crisis aanhoudt, bijvoorbeeld bij een bepaald omzetverlies ten opzichte van dezelfde kalendermaand in 2019.

We vragen dat de absolute beperking van het aantal bezoekers opgeheven wordt.

We stellen voor dat iedere kermisexploitant op zijn of haar attractie toeziet op een persoonsbeperking, afhankelijk van de omtrek van de attractie, en dat het kermisterrein vrij toegankelijk is.

We vragen m.a.w. dat een kermisterrein aanschouwd wordt als bijvoorbeeld een winkelstraat, of marktplein waar horecazaken aanwezig zijn.

Om deze ‘vrije toegang’ op een veilige manier te organiseren hebben de vier beroepsfederaties, in samenspraak met nagenoeg alle foorkramers, een protocol opgesteld.

Verscheidene hooggeplaatste politici hebben dit document bestudeerd, en vonden het een zeer efficiënt en veilig voorstel.

Tot slot vragen we dat de federale regering met de banken een verder uitstel van leningen onderhandelt.

Het huidige akkoord, van maximum 9 maanden, is voor een groot aantal ondernemingen in de kermissector, ontoereikend.

Zolang de sanitaire crisis aanhoudt, is het voor heel wat foorkramers onmogelijk leningen af te betalen.

De Waalse regering heeft gecommuniceerd dat kermisexploitanten in 2021 geen standgeld hoeven te betalen, en stelt een fonds ter beschikking aan steden en gemeenten, om de bedragen die ze onder normale omstandigheden van de foorkramers innen, te compenseren.

We vragen dat de Brusselse en Vlaamse gewestregeringen dit voorbeeld volgen.

We benadrukken ook graag dat er naar onze mening geen enkele reden is om een kermis te annuleren, indien de epidemiologische context en de federale richtlijnen het toelaten.

Lokale besturen worden opgeroepen de verbintenissen met foorkramers te respecteren in 2021.

Slotwoord

We danken u voor uw aandacht.

We bedanken ook de vele politici, op alle niveaus en aan alle zijden van het politieke spectrum, die zich ingezet hebben voor de Belgische kermisexploitanten.

We hopen u binnenkort graag terug te zien, op één van de talrijke kermissen in ons land.

Français

Des représentants du secteur des foires ont été reçus le 10/02/2021 par la commission des affaires économiques du Parlement fédéral.

En pièce jointe, vous trouverez la vidéo.

Introduction

Monsieur Le président

Mesdames et Messieurs les Députés,

Nous représentons ensemble les exploitants forains belges.

Nous subdivisons notre présentation en trois sections.

Nous présenterons tout d'abord le secteur belge des foires.

Ensuite, nous résumerons l'impact de la crise actuelle sur les forains.

Nous terminerons par quelques points qui nous paraissent essentiels pour assurer la reprise et la continuité des entreprises que nous représentons.

Afin de faire passer notre message le plus clairement possible, nous nous limiterons à l'essentiel.

Nous répondrons ensuite volontiers à toutes vos questions et, si vous le souhaitez, nous vous donnerons plus de détails.

Le secteur forain belge

En Belgique, + - 840 entreprises sont actives dans le secteur des fêtes foraines (480 en Flandre, 290 en Wallonie et 70 à Bruxelles).

Il s'agit dans tous les cas de petites entreprises familiales.

La faillite d'un opérateur dans le secteur des fêtes-foraines est rare.

La saison des fêtes foraines commence pendant les vacances de carnaval et se termine, pour la plupart des forains, en octobre ou novembre.

Un certain nombre de forains couvrent la période hivernale en participant aux marchés de Noël.

La majorité des exploitants forains s’installent dans les mêmes villes et communes chaque année.

Ils disposent d’abonnement quinquennaux renouvelable tacitement, ce qui est une garantie essentielle pour notre secteur.

La culture foraine a été reconnue comme patrimoine immatériel.

Le secteur forain fonctionne de façon autonome et non subventionnée.

La majorité des collectivités locales collectent des redevances pour l’occupation du domaine public.

Malgré le fait que les forains constituent un groupe relativement restreint, ils ont un grand impact sur la société.

C’est souvent, lors de la période de foire un des moments phare de la vie associative et commercial des villes et des communes.

Les fêtes foraines sont accessibles librement et, attire la population de toutes les tranches d’âges et de toutes origines confondues, ce qui est à notre avis un fait unique.

C'est de ce lien social dont nous avons plus que besoin en tant que communauté en cette période de polarisation.

Nous souhaitons aussi vous informer que de nombreuses entreprises dépendent du secteur forain. Nous pensons aux fournisseurs spécifiques pour notre secteur et, aux entreprises spécialisées dans la construction et l’entretien des attractions.

Impact de la crise du Corona pour le secteur belge des foires

Lors du premier confinement, le 13/03/2020, la saison des fêtes foraines avait à peine commencé quelques semaines plus tôt. Certaines fêtes foraines avaient déjà débuté, d'autres devaient commencer ce même week-end, comme la foire du carnaval à Halle et la foire de la mi-Carême à Gand, les carnavals dans la région du centre, etc…

Le secteur a été fermé les mois suivants. Le décret ministériel, publié le 30/06/2020, a permis d'organiser à nouveau des fêtes foraines à partir du 01/07/2020.

Cependant, de nombreuses fêtes foraines n'ont pas eu lieu pendant les premières semaines de juillet.

De nombreuses autorités locales ont estimé que la communication fédérale tardive a eu un impact négatif par rapport à l’organisation des fêtes foraines, vue le délai trop court afin de pouvoir organiser correctement celle-ci.

Par ailleurs, de nombreux Bourgmestres n’ont pas autorisé la foire à se dérouler dans leur ville, malgré l’autorisation du Fédéral.

Bien que les fêtes foraines soient toujours autorisées, de nombreuses foires sont annulées en août car le nombre de contaminations a encore augmenté.

La Foire du midi à Bruxelles, qui était prête à commencer, a été annulée.

Les autorités provinciales d'Anvers ont fait appliquer une ordonnance de police interdisant l'organisation de fêtes foraines dans toute la province.

Bien que le nombre de contaminations ait été très faible dans de nombreuses communes de la province d'Anvers à l'époque, les fêtes foraines prévues ne pouvaient plus avoir lieu.

L’instauration d’une jauge de 200, puis de 400 visiteurs par fêtes foraines, indépendamment du nombre d'attractions, était un problème majeur.

Si le nombre maximum de visiteurs dans les parcs d'attractions ou sur les marchés dépend de la surface et du nombre de stands ou d'attractions, la limitation du nombre de visiteurs dans les foires était figée à partir du mois d'août.

Lorsque la deuxième vague du coronavirus a éclaté en octobre, la saison des fêtes foraines 2020 s'est arrêté brutalement pour ne plus reprendre.

Les foires d'hiver : comme celles d'Ostende, de Mons et de Liège, etc… ont été annulées.

Beaucoup de nos collègues n'ont pu faire qu'une seule foire cette année.

L'impact financier de la crise sanitaire actuelle est désastreux pour les entreprises que nous représentons.

De nombreux forains nous signalent une perte de 90% de leur chiffre d’affaires en 2020 par rapport à 2019.

Beaucoup ont épuisé leurs réserves financières ainsi que celles des membres de leur famille, pour faire face aux échéances et charges de 2020.

A notre connaissance aucune entreprise foraine n'a fait faillite pour l'instant.

Les différences régionales, par exemple dans les aides accordées pendant la crise du Corona, ont un impact majeur sur le secteur que nous représentons.

Une grande partie des exploitants forains sont actifs au niveau national, il est donc incompréhensible pour eux que tout le monde n'ait pas reçu le même soutien.

Nous trouvons qu’Il n'est pas logique que les taxes sur les appareils automatiques de divertissement, diffèrent d'une région à l'autre.

Relancement du secteur forain belge

Les exploitants forains belges attendent avec impatience la reprise en 2021.

Il est impossible de prévoir quand ce sera le cas.

Nous demandons que les fêtes foraines soient autorisées à réouvrir en même temps que l’HORECA, que les parcs d'attractions et autres activités récréatives similaires.

Il va sans dire qu'au cours de la prochaine période d'inactivité, l'extension des mesures de soutien sont cruciale pour éviter les faillites.

Nous pensons ici à une extension du double droit de passerelle de crise et de l'exonération des cotisations sociale.

Même après la reprise, nous craignons qu'un certain nombre d'autorités locales n'autorisent pas immédiatement leurs fêtes foraines.

D'une part, nous espérons que le niveau Fédéral communiquera clairement sur l'autorisation de réouverture de notre secteur.

D'autre part, il nous semble réaliste d'élaborer des mesures de soutien supplémentaires pour les exploitants forains tant que la crise sanitaire persiste. Des mesures liées à la perte de chiffre d'affaires par rapport à la même période en 2019.

Nous demandons que la limite du nombre de visiteurs soit levée.

Nous proposons que chaque forain veille à ce qu'il y ait une limite de personnes sur son attraction, en fonction de la superficie de l'attraction, et que la fête foraine soit accessible librement.

En d'autres termes, nous demandons que la foire soit considérée comme toutes les rues commerçantes du pays.

Afin d’organiser le « libre accès » en toute sécurité, les quatre fédérations professionnelles, en concertation avec la majorité des exploitants forains ont élaboré un protocole d’ouverture.

Plusieurs hauts responsables politiques ont analysé ce document et l’ont considéré comme une proposition efficace et sûre.

Enfin, nous demandons que le Gouvernement Fédéral négocie un nouveau report des crédits avec les banques.

L'accord actuel, d'une durée maximale de 9 mois, est insuffisant pour un grand nombre d'entreprises du secteur forain.

Tant que la crise sanitaire se poursuit, il est impossible pour de nombreux exploitants forains de rembourser leurs crédits.

Le gouvernement wallon nous a informé que les forains ne devront pas payer de redevance d’emplacement en 2021.

Le gouvernement wallon met à la disposition des villes et communes un fonds qui leur permet de compenser les montants qu'elles perçoivent auprès des forains dans des circonstances normales.

Nous avons demandé aux Gouvernements Flamand et Bruxellois de suivre cet exemple.

Nous tenons également à souligner qu’à notre avis il n’y a aucune raison d’annuler une fête foraine si le contexte épidémiologique et les lignes directrices fédérales le permettent.

Les collectivités locales sont appelées à respecter les engagements pris en 2021.

Le mot de la fin

Nous vous remercions de votre attention.

Nous remercions également les femmes et les hommes politiques, à tous les niveaux de pouvoir qui ont soutenu et défendu les exploitants forains belges.

Nous espérons vous revoir bientôt, lors d’une des nombreuses fêtes foraines de notre pays.